Tijdens de koude wintermaanden gaat het onderwaterleven in rust. Vissen zijn koudbloedige dieren en bij lage temperaturen zijn ze trager en hebben ze minder zuurstof nodig. Koud water kan juist meer zuurstof bevatten dan warm water, dus er treden niet snel problemen op. Er is wel één uitzondering. Als er langdurig ijs op het water komt te liggen en er ook nog eens sneeuw op het ijs ligt, komt er bijna geen licht meer in het water. De zuurstofproductie stopt dan en omdat er ijs ligt is er ook geen uitwisseling van zuurstof met de lucht. Hierdoor kan er zuurstofgebrek ontstaan en uiteindelijk ook vissterfte. Het is lang geleden dat dit massaal gebeurde in Nederland.

Vijvers waarin veel bagger ligt en die ondiep zijn, zijn gevoelig voor zuurstofgebrek. De oplossing is om in vijvers diepere delen te graven met een waterdiepte van minimaal 1,5 meter. Vis in nood kan eventueel gered worden door het water onder het ijs te beluchten en wakken open te houden.